CHOCOLA & BLOEDDRUK?

Je weet het inmiddels wel: Confabula is fan van Dr Shock. Zij deelt oa zijn liefde voor (heeel) donkere chocola. Interessant nieuws heeft hij weer in dit kader. Een review naar de effecten van donkere chocola op de bloeddruk. Dertien studies werden geïncludeerd. Hiervan 7 'open label' en 6 'dubbel blinde'. Quite bizar: in de open label verlaagde chocola de bloeddruk in 6 vd 7 studies. In de 6 dubbelblinde is dit gunstige effect slechts… bij 1 studie gemeten.
.

Vanwaar dit verschil? Mogelijk is sprake van te verschillende en inadequate bloeddruk-meetmethodes in sommige studies. Ook is de vraag of je de verschillende chocolade soorten die in de studies gebruikt zijn qua samenstelling onderling wel kunt vergelijken.
.
Maar het verschil dubbel-blind en open label is wel opvallend. Kan je chocola dubbel-blind aanbieden? Wat is een 'placebostukje' dan? En als dat placebostukje er is - hebben we te maken met een placebo effect? En … is dat dan erg?

Eerder over
chocola – start hier in CC!
Over
placebo in CC - bijv hier.
.
Juni ’10.

LET's MAKE LIFE BEAUTIFUL

Leo Babauta van Zen habits heeft weer een stuk geplaatst om ons een burn-out te besparen: “…what’s the point of all this (work) obsession? It leads to burnout, stress, anxiety, unhappiness, greed, confusion, and no time for family, friends, and yourself…”.

.
Wow! Dat wil Confabula niet. Dus zij dook meteen zijn blogstuk in.
.
“… In this age of digital communication, we’re busier than ever. And yet, in all of our sound and fury, we seem to have no time for focus, for what’s important, for thinking. To find this focus, we will need to completely rethink the need for productivity. Think of our culture’s obsession with productivity: with the need for “hard work” and working long hours to get things done, with the need to be busy busy busy all the time, with the need to make lists and check them off, with the need to juggle countless projects and make more revenue and accomplish more and more.. (…) …What would happen if we threw all that out the door? What if we said, “I want to get important things done, but the rest can go to hell.”?
.
"Let’s create a new creed: Simplicity, purpose, focus, silence, and joy.
Let’s make beautiful and useful things, and love doing it…”.
.
Dat is een heerlijk voorstel.
Dat willen we. Maar… dilemma. Confabula vindt haar werk ook leuk. En die checklists... die maakt Confabula - excusez - best graag. Die ‘lists to check off’ houdt ze er lekker hysterisch in hoor. Dat afstrepen is gewoon fijn.
.
Babauta geeft ons een Taoistische filosofie:
'The Master allows things to happen.
She shapes events as they come.
She steps out of the way
and lets the Tao speak for itself'.

.
Dat klinkt relaxed. Daar kunnen we diverse kanten mee op.
.
Lees het hele stukje van
Zen Habits hier.
.
Juni '10

POSTPARTUM II – MANNEN…

We hadden het recent over de post partum fase en hoe vaak depressies bij vrouwen in die periode ontstaan. Waar blijven … de vaders intussen? Want niets menselijks is de man vreemd – ook hij kan een depressie ontwikkelen. Die er regelmatig toch net anders uitziet dan bij een vrouw – zie bijv ‘mannen & vrouwen & depressie’.

.
Nu is er een meta-analyse naar depressies bij vaders in de periode van het eerste trimester tot in het eerste jaar na de bevalling van de echtgenote. Drieënveertig studies bleken er maar liefst geschikt – wat betekent dat het 28.004 mannen betreft. Gemiddeld blijkt dat 10,4% van de vaders zich als jonge vader depressief te voelen. Ter vergelijking: in de algemene bevolking is de prevalentie onder mannen ongeveer 5%. De hoogste prevalentiecijfers kwamen uitde USA: 14,1%. In de overige 15 landen lag het gemiddeld rond de 8,2%.
.
De eerste 3 maanden postpartum is de prevalentie 7,7%. De hoogste prevalentie is in de periode vd 3e tot de 6e maand postpartum: 25,6%. Interessant. Waarom een hogere incidentie na 3 maanden? Zal er sprake zijn van een toenemende dysbalans in draagkracht-draaglast? Wordt de eerste periode nog alle energie uit de kast gehaald, en is daarna de koek echt op?
.
Maar moeten we het dan wel als pp depressie labelen? Bij vrouwen gaan we uit van de eerste maand na de bevalling. Is er na 3 maanden niet sprake van een soort ‘jonge-vader depressie’? Confabula vraagt zich af of de depressie in de eerste maand misschien anders is dan die na 3 maanden. Zowel qua symptomen als qua achterliggende oorzaak. Interessant om nader over te filosoferen. Heb jij er ideeën over?
.
Ook interessant: er was een matige correlatie tussen het vóórkomen van een postnatale depressie bij de moeder èn de vader.(
JAMA ‘10; 303 (19); 1961-9). Dat is ook belangrijk. Dus aandacht voor de ander als de één een postpartum depressie heeft, is van belang. Want als één vd 2 een pp depressie heeft, wordt de ander natuurlijk meer belast. Dus die zal al op zijn tenen lopen. Extra aandacht en ondersteuning is dus nodig dan. Open deur – maar: het is ook voor het kind van belang.
.
Juni '10

CHARLY ROSE BRAIN SERIES

De dagelijkse televisiserie van Charlie Rose heeft als 1 vd foci ‘het brein’. In Charlie Rose Brain Series. Rose interviewt dan prominente wetenschappers. Ik zag zo al heel wat bekende namen staan! Een diversiteit aan onderwerpen – tot nu toe: The Great Mysteries of the Human Brain, The Perceiving Brain, The Acting-, The Social-, The Developing-, The Ageing- and The Emotional Brain. Ook psychiatrische aandoeningen en nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen hieromtrent komen aan bod. Hij wordt bij deze serie ondersteund door Prof Dr. Eric Kandel, psychiater en neurowetenschapper aan de universiteit van Columbia. In 2000 won Kandel de Nobel Prize voor zijn onderzoek naar het biologische mechanisme van leren en geheugen.
Je kunt op de Rose's site diverse Brain afleveringen bekijken. Check it out dekomende maanden: The Mentally Ill Brain, The Disordered Brain, The Deciding Brain, The Artistic Brain and The New Science of the Mind.
Ben benieuwd, zal ze in de gaten houden – wordt vast vervolgd.
.
Overigens behandelt hij ook heel interessante andere onderwerpen. Van geschiedenis tot kunst, boeken en muziek. Politiek, andere wetenschappen, gesprekken met bekende wereldburgers. Op zijn site kan je veel interviews nog zien. Beetje verslavend - kijk maar eens wat rond.
.
Eerder hier:
Bang Goes the Theory.
.
Juni '10

POST PARTUM DEPRESSIE

Niet elke moeder is na de bevalling van haar baby blij in de wolken. Betoverd door die baby-smile als 'natural high' waar we het heel lang geleden in CC over hadden. Eigenlijk zijn heel veel vrouwen ook ambivalent, en labiel, soms verdrietig. Een taboe-onderwerp - want ‘men’ vindt dat je ‘blij’ moet zijn. Bij sommige vrouwen escaleren de ‘babyblues’ in een depressie.

.
We spreken van een post partum depressie als de depressie binnen 4 weken na de bevalling ontstaat. Depressies rond de bevalling komen veel voor. Zo’n 13-18% vd vrouwen heeft op enig moment tijdens de zwangerschap een depressie. Na de bevalling is er een verhogde incidentie.
.
Over de pathofysiologische basis van depressie echt na de bevalling is nog geen duidelijkheid. Vroeger werden ‘de hormonen’ als oorzaak gedacht. Maar daarvoor zijn geen causale bewijzen gevonden. Tegenwoordig liggen de hypothesen meer rond genetische en immunologische componenten. Ook de HPA-as en de schildklier worden als mogelijkheden genoemd.
Nu een interessante bevinding. Onderzoekers hebben gekeken naar het enzym mono-amine-oxidase (MAO) in het brein. MAO breekt serotonine, dopamine en norepinefrine af. Beide stoffen spelen juist bij emoties een belangrijke rol. Bij de mono-amine-hypothese van de deprerssie gaan we ervan uit dat deze neurotransmitters verlaagd zijn bij mensen met een deressie.
.
Vijftien gezonde vrouwen werden 4 tot 6 dagen post partum vergeleken met 15 gezonde niet zwangere controles. Ze rookten niet en gebruikten geen medicatie. Hun brein werd gescand met een speciale scan, een PET-scan (positron emission tomography). Op de scan bepaalde ze de totale hoeveelheid MAO in oa de prefrontale cortex, de gyrus anterior cinguli cortex, de anteriore temporale cortex, de thalamus, het dorsale putamen en de de hippocampus.
.
Bij de vrouwen die juist bevallen waren, bleek dat het verdelingsvolume van MAO significant verhoogd was (mean 43%!), juist in die voorgaande gebieden. Meer MAO betekent ook meer afbraak van de neurotransmitters. Dat kan erop wijzen dat er minder serotonine, dopamine en norepinefrine in het brein van deze vrouwen is. En een depletie van deze stoffen geeft een gedaalde stemming. Eerder is aangetoond dat een daling van oestrogeen, een geslachtshormoon, resulteert in een stijging van MAO. Nu is dit laatste voor het eerst postpartum zichtbaar gemaakt (Arch Gen Psych ‘10:468-74).
.
Let op: het gaat om vrouwen die niet depressief waren. Bij hen is er dus een stijging van MAO aan de orde, maar ze hebben geen depressie. We weten niet of de hoeveelheid serotonine, dopamine en norepinefrine in hun brein ondanks de gestegen MAO normaal is. Was de hoeveelheid dan tevoren verhoogd? Of hebben deze vrouwen wel degelijk een gedaalde hoeveelheid van deze mono-amines, maar heeft dit geen depresie tot gevolg? Mogelijk veroorzaken deze gedaalde spiegels de ‘postpartum blues’. De labiele emoties die vrouwen kunnen ervaren. En wellicht is het dan zo, dat als je bijvoorbeeld genetisch kwetsbaar bent voor depressies, je hierop een depressie ontwikkelt. Maar mogelijk spelen er belangrijke andere cofactoren die dan 1 + 1 = 2 maken. De schildklier? De HPA-as? Een reeds ontregelde HPA-as, of een bepaalde ‘afstelling’ ervan?
Heel interessant zou het zijn als er een groot cohort prospectief gevolgd gaat worden, waarbij bij alle vrouwen pre- en postpartum diverse parameters worden bepaald. Plus uitgebreide vragenlijsten naar hun stemming.
.
Dit roept om multidiciplinaire samenwerking! Waar zijn de gynaecologen?
.
Confabula bedacht opeens - niks gehoord
recently over RS67333 – die serotonine (5-HT4) receptor agonist waar men zo veelbelovend over deed. Eens nagaan.
.
.
Over mannen & baby's - wordt vervolgd.
.
Juni '10



INTERNS & DEPRESSIE

Om goed beoefenaar van je vak te zijn - wil je goed in je vel & bol zitten. Als dat niet zo is en je toch door blijft werken, is het de vraag of je professioneel met jezelf om gaat. In dat kader hadden we het een maand geleden hier in CC over artsen met een ‘burn-out’ en hoe zij hun patiënten bejegenen.
Nu een studie, gericht op ‘interns’. Vergeleken met bij ons in NL, zijn dat een ‘soort’ oude coassistenten: ze hebben een medische scholing, maar mogen nog niet zonder supervisie werken. Ze werken zelfstandiger dan 'onze' co’s en zijn gericht op 1 specialisme. Onderzoekers volgden 2 jaar 1271 interns. In stages variërend van interne, heelkunde, kinder-, gyn, psych etc. Ze maten of er sprake was van depressieve symptomen met de ‘PHQ-9’, welke een score range kent van 0 tot 27. Een PHQ-9 score van 10-14 geeft een matige depressie aan, 15- 19 matig tot ernstig en boven de 20 een ernstige depressie.
.

De gemiddelde PHQ-9 score steeg 3 maanden na aanvang vd internships van 2,38 naar 6,70 punten. Bij 9 en 12 mnd was de gemiddelde score significant gestegen naar 6,48 resp. 6,26. Het percentage interns dat voldeed aan de criteria voor een matige depressie steeg van 0.7% in het begin naar 6,6%; 6,2%; 7.8%, en 7,6% in de follow-up maanden. Bij aanvang vd studie had 0% een ernstige depressie. Maar dat steeg naar 2,3%; 1,6%; 1,8%; en 0,8%. Al met al is er een significante stijging vd depressieve symptomen onder de interns, van 3,9% bij aanvang vd stages naar 25,7% gedurende het internship. 41.8% vd deelnemers voldeed op 1 of meer vd meetmomenten aan de criteria van een depressie.
.

De onderzoekers onderzochten of ze factoren konden vinden die in de verslechtering meespeelden. Divers waren ze:
1. Gedurende het internship: Lange werkdagen, mogelijke medische fouten en ‘life events’. Twee rechtstreeks aan de stage zelf, en 1 los ervan. Interessant. Een ‘privé-life-event’ is uiteraard iets heel anders dan ‘lange werkdagen’.
2 Al reeds spelende factoren vóór aanvang internship: ‘vrouw-zijn'. Depressies komen ook meer voor bij vrouwen dan mannen, dus deze uitslag is
begrijpelijk (zie ook mannen & vrouwen). Ook factoren ‘neuroticisme’, een eerdere depressie in de voorgeschiedenis, en moeilijke familieomstandigheden correleren.
.
Ook een opleiding in de USA bleek een kwetsbaarheidsfactor. Vreemd?
Tenslotte een afwijkende SNIP van 5-HTTLPR. Het serotonine transporter eiwit. Daar hadden we het eerder over. Het specialisme en de leeftijd vd interns speelde geen rol (Arch Gen Psych '10 april).
.

Neuroticisme! Daar hebben we eerder over geconfabuleerd! Dat is al heel lang geleden. Dat betrof een onderzoek in naar persoonlijkheidstrekken bij medisch studenten en de relatie met stress. Toen bleek dat 1 vd 2 meest voorspellende persoonlijkheidstrekken ‘neuroticisme was’. En vrouwelijke studenten bleken significant neurotischer dan de mannen. Ook zeer plichtsgetrouwen ('self-conscious, pedantic, often in doubt, and tends to ruminate about his own behaviour and that of others') waren kwetsbaar. Beide trekken maken dat je je evt fouten of overbelasting ook meer aantrekt. Logisch. En je weet nog wel: depressieve dokters maken meer fouten.
.
Vele factoren. De genetische kwetsbaarheid is niet te voorkomen. Helaas heb je de ‘privé-life-omstandigheden’ ook niet altijd in de hand.
.
We focussen ons nu op de opleiding. Werkstress. Dat doet denken aan
resultaat van een jaar of 2 terug, toen bleek dat interns chirurgie in de USA ook depressieve klachten hadden. Toen werd Confabula er door één van haar vorige leermeesters, chirurg prof Terpstra op gewezen dat zowel coassistenten als arts-assistenten chirurgie het hier in NL veel minder zwaar hebben dan in de USA. En hij is niet de enige - zie hier.
.
We kunnen er niet vanuit gaan dat ‘onze co’s’ zich ook zo in mineur voelen. Maar misschien wel interessant om eens naar te kijken. Voor het welzijn van de co en in het licht van
professioneel gedrag en de toekomst. Want al zijn de stages hier minder zwaar - het wordt meer in de vervolgopleiding. Moet er toch meer individuele aandacht komen? Om de student bewuster te maken van zijn persoonlijkheidstrekken en hoe hem dat eventueel kwetsbaar maakt? Misschien ligt daar een kans. Enfin - voorlopig blijft Confabula maar gewoon lief doen. En streng doch rechtvaardig daarbij. Ook zij maakt overuren by the way...
.
Het kan ook niet goed zijn voor het hartje vd interns - zie maar bij de verpleegkundigen.
.
Evidence based: Geef de studenten meditatie, dat doet ze goed. Beweeg ze. En geef ze muziek, als studiebooster.
Student, depressie & cyberspace.
.

Juni '10

BEELDEND GESPROKEN

Behebt met een psychiatrische aandoening kan je in de maatschappij tegen allerlei situaties aanlopen. Werk bijvoorbeeld. Mooi initiatief is dan ook galerie ‘Beeldend Gesproken’. Een landelijke non-profit organisatie gespecialiseerd in kunst van professionele kunstenaars. Kunstenaars met een psychiatrische achtergrond. ‘Beeldend Gesproken’ werkt aan maatschappelijke participatie van zijn kunstenaars. En probeert voor hen inkomsten te verwerven door verhuur en verkoop van hun werk. Neem om te beginnen een kijkje op hun uitgebreide website. Je ziet prachtige werken! Reden temeer: bezoek de galerie!
.
Eerder
hier: Jan’s Pakhuys
En over Restaurant Freud

.
Meer tips? C houdt zich aanbevolen.
.
Veel over kunst in CC – en
ook links met psychiatrie. Begin maar hier over Kandinsky, en scroll verder. .

Juni '10

PTSS & COGNITEVE ACHTERUITGANG?

Confabula vond een krantenkop op 8 juni beetje ongenuanceerd: 'Stress in oorlog maakt dement'. Het betreft een bericht over een onderzoek dat deze maand is gepubliceerd. Gedurende 7 jaar zijn zo’n 180.000 oorlogsveteranen boven de 55 jaar onderzocht. Allen hadden bij aanvang van het onderzoek normale cognitieve functies. Van deze groep hadden er 127.938 een Post Traumatische Stressstoornis (PTSS). Shockerend hoog getal hè?

.
Na 7 jaar blijkt nu dat bij 6,6% vd veteranen zonder PTSS sprake is van cognitieve achteruitgang. In zo'n mate dat sprake is van dementie. Versus 10,6% vd veteranen met PTSS. Deze getallen bleven hetzelfde na corrective voor andere aandoeningen, zoals hersenschade, middelengebruik of depressie (Arch Gen Psych ’10;67(6):608-13.).
.
Zo hebben veteranen met een PTSS een 2-maal zo hoge kans op ontwikkelen van dementie. Schrikbarend hoge kans.
.
Vraag is wat bij deze 10,6% het pathofysiologisch mechanisme van oorlog naar PTSS – naar cognitieve achteruitgang is. Het is vast multifactorieel. Bij PTSS is aangetoond dat er regelmatig sprake is van een ontregeling vd HPA-as. Daar hadden we het vaker over. De chronische stress bij de PTSS doet een aanslag op het lichaam. Er komen ook vaak veel auto-immuunstoffen vrij (cytokines etc). Ook niet goed voor je cognitie (hier TNFa). En wat eveneens een aanslag doet op het cardiovasculaire systeem. Mensen met PTSS hebben ook vaak cardiovasculaire problemen. Daar hadden we het een week terug ook nog over. Zo kan je je voorstellen dat vasculaire schade in het brein van mensen met PTSS regelmatig voorkomt. Ook is bij beeldvorming bij PTSS hippocampus atrofie aangetoond.
.
En juist de hippocampus speelt een cruciale rol bij ons geheugen. Dat vergeet Confabula nooit, omdat ze weet dat ze helaas meer moet bewegen om de hippocampus in conditie te krijgen ... en haar cognitie daarbij. Zo komen we op lifestyle. Mensen met PTSS voelen zich niet goed. Mogelijk bewegen ze ook minder. Misschien roken ze meer, of eten anders dan de groep zonder PTSS.
.
‘Stress in oorlog maakt dement’ is een titel die mensen schrik aan kan jagen. En ook iets onontkoombaars suggereert. Enfin – laten we het maar anders bekijken. Oorlog = afschuwelijk. Afgrijslijk toch: 53 155 veteranen zonder PTSS versus maar liefst 127 938 met een PTSS! En het is uiteraard niet gezegd dat die 53 155 nergens last van hebben! Ze voldoen alleen niet aan de officiele criteria voor een PTSS.
Dus een anti-oorlog leuze kan niet afschrikwekkend genoeg zijn. Maar … je zou maar uit een oorlog komen en deze titel lezen.
.
.
Ook indrukwekend: PTSS & ziekenhuis.
.
Juni '10

DR SHOCK in ITALIẼ

Dr Shock is een goede vriend van Confabula. En goede collega. Toen C nog een C'tje-in-opleiding was, was hij haar supervisor. Confabua bezoekt graag zijn goede weblog.
.
Dr Shock verstaat de kunst van het genieten. Dat geeft hij frequent aan Confabula door. Leerzaam. Ook daarin is hij een rolmodel. C geniet met hem mee. De postcard die hij vandaag stuurt vanuit Italië prikkelt de inspiratie voor een prachtige avond in NL.
.
Dr Shock's weblog.
Dr Shock's website.
.
Juni '10

BIRDS ON A WIRE

Deze clip - Birds on a Wire - vindt Confabula zo schattig - moet je echt even zien.
De maker is
Jarbas Agnelli. Hij zegt erover: “…Reading a newspaper, I saw a picture of birds on the electric wires. I cut out the photo and decided to make a song, using the exact location of the birds as notes (no Photoshop edit). I knew it wasn’t the most original idea in the universe. I was just curious to hear what melody the birds were creating….”.
.
Wonderlijk! Zulke lieflijkheid laten we graag in CC resoneren.
.
Juni '10

HALLUCINATIES NA VISUSVERLIES

Het syndroom van Charles Bonnet (CBS) kan voorkomen bij patiënten met gezichts (=visus/visueel) verlies. Ondanks de blindheid, hebben ze toch levendige visuele hallucinaties. Deze hallucinaties zijn vaak volledige weergaven van de werkelijkheid! Zoals bussen die door de huiskamer rijden, iemand die opeens op de bank zit. Boeiende voorbeelden verteld op een een congres: een patiënt die ramen in de muren van zijn huis ‘zag’, waardoor hij naar buiten kon kijken. Een patiënt die elke avond een grote spin zag, die hij probeerde dood te meppen. Wat steeds niet lukte, tot hij erachter kwam dat de spin er ‘niet echt was’.
.
CBS is genoemd naar de Zwitserse natuurkundige en filosoof Charles Bonnet (1720-1792).
.
Zijn opa had namelijk dergelijke hallucinaties. Bonnet’s opa had staar. Hij werd eraan geopereerd (Confabula wist niet dat dat toen al gebeurde!). Echter na de operaties ging zijn visus steeds meer achteruit. Hierna had hij levendige hallucinaties van bijv baksteenpatronen, allerlei partikels (“atomen”- hopelijk
niet ook nog eens pluche partikels) die rondzweefden, maar ook meubels, bladerpatronen op de muren, mensen, vogels, wagens en gebouwen. Bonnet’s opa gaf aan dat hij duidelijk doorhad dat deze beelden voortkwamen ‘uit zijn eigen brein’. Hij was erdoor geintrigreerd en geamuseerd. Dat is bewonderenswaardig! Bonnet kreeg zelf op oudere leeftijd ook visusverlies. Ook hij leed aan CBS hallucinaties.
.
De hallucinaties zijn niet geassocieerd met de ernst van het visusverlies. Waarschijnlijk komt het door een verhoogde prikkelbaarheid vd visuele hersenschors. Bij
fMRI onderzoek is gezien dat patiënten met CBS afgenomen activiteit vd visuele cortex hebben, met toegenomen activeit in gebieden die eraan geassocieerd zijn. De hypothese is dat het gebrek aan 'gezonde input' via de ogen naar de visuele cortex, resulteert in in het spontaan ‘vrijkomen’ van herinderde beelden in de geasscocieerde gebieden.
Dat klinkt plausibel.
.
Op afgelopen congres van
Am Ac of Ophth & Pan-American Ass of Ophth, werd een studie over CBS gepresenteerd.
699 patiënten die werden verwezen naar de oogkliniek werden nader onderzocht. Het ging om patiënten met oogafwijkingen door allerelei oorzaken, variërend van macula degeneratie tot neuropathie van de oogzenuw. Van de groep bleek 25% te kampen te hebben met CBS hallucinaties. 64 patiënten had een oogaandoening door een neurologische ziekte. Van hen had ook 25% CBS hallucinaties.
.
Er is nog geen behandeling voor CBS. Soms verminderen de symptomen vanzelf. Ook kan activiteit, fel licht en muziek afleiden. Kan me voorstelen dat je dan mogelijk andere hersengebieden prikkelt, die het ontregelde visuele circuit overvleugelen? Zowieso blijkt dat in rust de hallucinaties verergeren.
.
Tragisch is dat uit deze studie bleek dat de meeste patiënten niet uit zichzelf aan de arts over hun hallucinaties verteld hadden. Ze schaamden zich en dachten dat "ze als 'psychiatrisch gestoord' bestempeld zouden worden". Dit maakte zelfs dat ze het niet aan familie/naasten hadden verteld!

.
Van belang dus je van deze kwetsbaarheid bewust te zijn. Hij komt meer voor dan je denkt, maar mensen schamen zich ervoor en zeggen het niet. Dan heeft de patiënt een dubbel probleem: hij lijdt eronder plus is bang voor stigmatisering. En er actief naar te vragen dus.
.
Goed zien = belangrijk! Lees een oude:
'Blijere bebrilde bejaarde'.
Meer over
hallucinaties - start hier.
Hallucinaties komen veel voor bij een delirium -
zie bijv hier, en verder.
.
Juni '10.

PSYCHIATRIE & VOETBAL

Confabula is niet zo’n voetbalfanaat. Of eigenlijk: geheel niet. Zij wordt onrustig van de uitbundige massa-blijschap. En boos van de rellen eromheen. Nou ja, dat zegt niet zoveel: zij wordt snel boos - in variataties rond stigmatisering van haar vak, tot afgrijslijke onmenselijkheid en lekkende olievaten.
En, doch minor: oranje is ook nog eens niet haar favo kleurtje. En ze is ook nog soms even jaloers op voetballers die miljoenen per jaar verdienen. Maar hoeft voor haar werk gelukkig niet elke dag te sporten…
.

Vergis je niet, Confabula vermaakt zich zeker de komende tijd. Altruïstisch als ze is, is ze toch ook wel blij als een groot deel van de wereld zich goed vermaakt.
En... bovendien kan zij rustig de lege wereld in terwijl anderen voor de buis in oranje extase verkeren. Stille avonden, uitgestorven straten, etc. Dus laat maar komen dat WK.
.
Heb jij zin in een andere insteek? Maar wil je wel de wedstrijden wel volgen? Er is een bijzonder alternatief. Overweeg ‘
Oranje op de divan’. Dat is een speciaal WK-programma in psychiatrie museum Het Dolhuys. Voor en na de wedstrijden van het Nederlands elftal discussiëren deskundigen over 'voetbalgekte'. In een nagebootst voetbalstadion analyseert een psychiater de prestatiedruk in de voetbalwereld. Bekende Nederlanders praten over hun voetbalidool en een psycholoog vertelt over massahysterie. ‘
Oranje op de divan’ is gepland a.s. maandag 14 juni, zaterdag 19 juni en donderdag 24 juni. Inclusief een gratis oranje-consumptie.
.
Wat een leuk idee om dit te organiseren! Eigenlijk iets wat ze vaker zouden kunnen doen… rond politiek bijvoorbeeld…
.
Juni '10

ANTIPSYCHOTICA & OUDEREN & …. PNEUMONIE!

Interessant bericht, wat weer in gaat op verwevenheid van psychiatrie en somatiek.

.
NL onderzoek: van het Erasmus Medisch Centrum. Het draaide om 258 patienten van 65 jaar en ouder met een pneumonie. Ze werden vergeleken met 1686 gezonde controles, zonder pneumonie. De 258 studie-patienten hadden voorts tussen 1996 en 2006 voor het eerst antipsychotische medicatie gekregen. Dit om verschillende redenen, variërend van dementie en/of gedragsproblemen tot psychosen.
Vergeleken met gebruik in het verleden, bleek het huidige gebruik van antipsychotica geassocieerd met een hoger risico op het ontwikkelen van een pneumonie. En hoe hoger de dosering, hoe hoger het risico. Dit gold voor zowel de klassieke als de atypische antipsychotica. Het risico op het ontwikkelen van een pneumonie was het hoogst in de 1e week van aanvang van het gebruik van het antispychoticum.
.
Bij 65 van de patienten (25%) was sprake van een ‘fatale pneumonie’. Dat wil zeggen dat de patient binnen 30 dagen na ontstaan ervan aan de gevolgen is overleden.Het risico op een fatale pneumonie was significant hoger bij de atypische antipsychotica.
.
Voorts bleek dat er een hoger risico was bij gebruik van atypische antispyschotica en phenothiazines. Onder ‘atypische antipsychotica’ verstaan we de de ‘moderne’ antipsyhotica, als risperidon, quetiapine, olanzapine etc. Phenothiazides zijn veel ouder, een voorbeeld is perfenazine. Maar de phenothiazides worden minder gebruikt. Bij ons studentenonderwijs worden ze ook niet behandeld.
.
De minder risicovolle groep was die van de butyrophenonen. Een van de bekenste van dat soort is haloperidol. Een nadelige bijwerking van haloperidol kan parkinsonisme zijn. Je kunt je voorstellen dat iemand die parkinsonistische bijwerkingen heeft, ook minder goed slikt. En dat dat kan maken dat hij zich verslikt, en dat er vocht/voedsel in de longen komt. Met grote kans op een ‘aspiratiepneumonie’. Maar desalniettemin bleek haloperidol niet een hoger risico te geven, maar waren het de modernere middelen! (Ann Intern Med. 10;152:418-25).
.
Why? De onderzoekers denken zelf dat het misschien komt omdat atypische antipsychotica een antihistaminerge bijwerking hebben. Dit houdt in dat ze de histamine receptor blokkeren. Histamine is een neurotransmitter die een stimulerende werking heeft. Als je de receptor van histamine blokkeert, heeft dat een sederende (versuffende) werking. En ook sedatie kan maken dat je minder alert slikt. Juist die antipsychotica met de hoogste affinieit voor de H1-histamine receptor, bleken het hoogste risico op penumonie te geven.
.
In dat kader zou het anticholinerge vd atypische wellicht ook een rol kunnen spelen, me dunkt!
.
Het is een observationele, retrospectieve studie. Er kan sprake zijn van een selectie- en informatie-bias. We weten weinig vd patienten die de antipsychotica kregen. Niet over hun ‘gedrag’ door de dag heen, en ook niet over co-varianten, als ernst van ziekte. Ook niet of ze uberhaupt de voorgeschreven medicatie gebruikten. Ook zijn het allemaal patienten die vanuit de thuissitautie werden opgenomen, en niet om mensen in verpleeghuizen etc.
.
Maar de bevinding is niet nieuw voor ons.
Eerder hadden we het er al over toen nav een onderzoek in een groep van 22.944 ouderen die (ooit) antipsychotica voorgeschreven kreeg. Hieruit kwam naar voren dat actueel gebruik van antipsychotica geassocieerd was met een 60% vergroot risico op een longontsteking. Dit risico was het hoogst in de eerste week na het starten van het antipsychoticum. Er was geen relatie met het al dan niet aanwezig zijn van een delirium. Toen hadden we het erover dat mogelijk het moeilijk slikken, als extrapyramidale bijwerkingen van antipsychotica een rol zou kunnen spelen.
.
Het is een opmerkelijke observatie, hoewel er geheel geen definitieve conclusies uit kunnen worden getrokken.
.
Twee wel - uiteraard: voorzichtig aan met antipsychotica gebruik, en zeker bij ouderen. Ook omdat ze regelmatig op onduidelijke indicatie worden voorgeschreven. En als een oudere hoest, benauwd is of temperatuurverhoging heeft, ben je (hopelijk) al waakzaam. Maar extra waakzaamheid richting de antipsychotica gebruikende oudere lijkt van meerwaarde. Bij twijel X-thorax! - en urinesediment, maar dat terzijde.
.
Altijd is het devies: start low en go slow.
.
Eerder hier in CC bijv:
.
Juni '10



PSY!

Confabula is fan van Psy. Zowel hun website als het maandblad leest zij graag. Het is een belangrijk up-to-date platform - zowel voor GGZ behandelaars als cliënten. Het biedt boeiende stukken, interviews, nieuws en tips. Vanuit verschillende perspectieven vind je meningen en verhalen.
.
Vorige maand is Confabula geïnterviewd door Michaja Langelaan, de hoofdredacteur van Psy. Focus van het gesprek lag op het psychiatrie onderwijs in de geneeskunde studie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Uit het Confabula-gekwetter heeft Michaja een fijn artikel geëxtraheerd - prachtige titel: ‘Confabula - zieltjes winnen voor de psychiatrie. Het staat in de Psy van juni.
.

Je kunt de Psy van juni hier online lezen - er staat veel interessants in. Het Confabula-artikel kun je hier in PDF downloaden.

























Manon Gosselink

.
Juni '10

STUDENT, DEPRESSIE & ... CYBERSPACE?

Vandaag was de workshop ‘De student - geen nummer maar mens’.
.
Een passend verhaal in het licht van de workshop vandaag. Studenten dus. We hebben het hier wel eens over depressieve coassistenten/studenten gehad. Je hoopt dat ze zelf hun depressie onderkennen en hulp zoeken. Aan de andere kant - welke student kampt niet eens met een ‘dip’? Een depressieve student kan zichzelf een ‘dip’ toeschrijven en zich verwijten dat hij er niet uitklimt.
.
Kunnen we de depressive student onderscheppen op zijn eigen terrein? Via cyberspace? Daarover een onderzoekpresentatie op het grote
APA congres in New Orleans. Dat congres heeft weer diverse interessante nieuwsitems opgeleverd. Uiteraard veel dicussie over de DSM-V, waarover we het hier al vaker hadden. Dat is nog een mere à boire.
.
Enfin – studenten. Op 4 universiteiten werd in totaal met 631 studenten per e-mail contact gekregen. Ze vulden online vragenlijsten in. Waaronder de the PHQ-9. Je kunt de PHQ-9 hier dowloaden. Een score van boven de 10 is een indicatie dat er een ernstige depressive kan spelen. De onderzoekers vonden dat de prevalentie van depressie onder de studenten 14,5% was. In de algehele bevolking is de prevalentie ongeveer 10%. In de groep die de diagnose depressie had, gaf 21,7% aan eerder een depressive gehad te hebben. Slechts 9,4% werd behandeld voor de depressie: 30% gebruikte antidepressiva, 40% had psychotherapie en 30% een combi van deze twee.
.

Aan de 82 studenten die online gediagnosticeerd waren met een depressie, stuurden de onderzoekers een standaard mail met links naar informatie over depressies en ze verwezen ze naar de plek op de universiteit waar ze zich konden melden als ze hulp wilden. Acht weken later keken hoe het met de studenten ging. Slechts de helft reageerde nog op deze mail met vragen. Van deze groep gaven er 7 aan dat ze de internet-inforatie waren gaan bekijken. Slechts 1 was op de universiteit hulp gaan zoeken.
.
De minimale respons verbaast de
onderzoekers. Citaat: “...This generation is very apt at using technology, so it's easy for them to respond to e-mail ...But seeking treatment is complicated. Do they feel a stigma? Do they know where to go? And of course, payment is another issue...". (APA '10; Abstr Nr1-42. )
.
Wat vind jij hiervan? Confabula wordt wat onrustig... Stigma?! Hoe moet het voelen als je een depressie hebt en je krijgt een neutrale standard-mail met tips retour? Even werd zij boos (zoals wel vaker...).
Individualiteit! Persoonlijk contact!
.
Confabula denkt dat het screenen middels een standard-mailing een goede basis was. Maar op het moment dat mensen het moeilijk hebben, reageer je niet met een standaardadvies mail. Dan is persoonlijk contact op zijn plaats. En dat kan als 1e stap prima via een persoonlijke mail.
.
Persoonlijk contact is menselijk. En niets menselijks is de student vreemd.
.
Eerder hier in CC:
Stud
enten en struggling stigma
College students & mental illness
Mellow study
Student, bewegen en suicidaliteit
Student & stress
Studenten in Brazil
.
Juni '10

DE STUDENT – GEEN NUMMER MAAR MENS

Morgen geeft Confabula met 2 onderwijs-collegae 2 workshops bij de onderwijsconferentie van het LUMC. Dat deed zij eerder - zie bijv DRUIF.

.
Deze heeft als titel ‘de student - geen nummer maar mens’. Een van C's stokpaardjes. Het is echt de moeite waard meer persoonlijk contact te hebben, dan alleen maar op een afstand naar de studenten-massa te kijken. Individualiteit. Gezien worden. Dat levert m.i. blijere, meer gemotiveerde en professionelere studenten (zie: ‘wat maakt je en goed dokter?’). Voor mij als docent is persoonlijker contact ook leuker. Het klinkt heel logisch. Echter - er is wel degelijk weerstand tegen individualisatie. Heeft deels ook te maken met mankracht uiteraard. De tijd van de 1:1 'meester-gezel' setting is voorbij. Daar is de groep te groot voor. Maar er zijn uiteraard kansen! Over haalbare mogelijheden gaan we brainstormen. Kijken of we binnen de geneeskunde studie creatieve dingen kunnen bedenken om elkaar nader te leren kennen. Ik houd je op de hoogte.
.
Juni ‘10

JELGERSMA - ONGEVRAAGDE GGZ

Dinsdag 8 juni organiseren we weer een Jelgersmalezing.
Deze maand spreekt Prof Bert van Hemert van de Parnassia Bavo Groep.

.
Titel referaat = intrigerend: ‘OGGZ – Ongevraagde Geestelijke Gezondheidszorg’
.
Wat is ‘De OGGZ’? het klinkt als Confabula herself: alom overal ongevraagd nieuwsgierig, eigenwijs en bemoeizuchtig in.

.
Prof v Hemert definieert het in een korte introductie: “'OGGZ’ draait om activiteiten op het gebied van de geestelijke volksgezondheid die niet worden uitgevoerd op geleide van een vrijwillige, individuele hulpvraag. Probleemgebieden zijn onder andere dak- en thuisloosheid, huiselijk geweld, woningvervuiling, vereenzaming, suïcide, overlast en de problematiek van veelplegers. Alhoewel psychische stoornissen zoals psychose, verslaving, traumatisering en persoonlijk-heidsstoornissen bij deze problematiek vaak een belangrijke rol spelen, raakt de specialistische psychiatrie minder goed ingesteld op het bereiken van moeilijke doelgroepen. Net als aan het begin van de 20e eeuw moeten de publieke gezondheidszorg en de specialistische psychiatrie gaan samenwerken om de moeilijke doelgroepen van de GGZ beter te bereiken”.

.
Hierover zal hij dinsdag een referaat houden. Geïnteresseerd? Je bent welkom in het LUMC, collegezaal 4, locatie K1-S. Het begint om 16.15 en duurt tot plm 17.30 uur. Toegang is gratis, met koffie, thee en een (... twee?) koekje.
.
Juni '10

OVERBELASTE VERPLEEGKUNDIGEN & HART

Deze week werd de verwevenheid van psychiatrie en somatiek weer benadrukt met de interessante onderzoeksresultaten naar de interactie tussen depressieve en hartklachten (zie hier) en de behandeling van de depressie. Ook hadden we het hier al vaker over gestresste studenten en over overbelaste coassistenten. En over gedepersonaliseerde dokters. En dokters die daarbij fouten maken.

.
Ook verpleegkundigen bezoeken CC. Vaste barkrukken gereserveerd voor deze onmisbare collegae!
Helaas – niets menselijks is ons allen vreemd: ook de VP kan overbelast raken. Juist de VP: de werkdruk wordt er, ook bij ons in het LUMC, niet minder op.
.
Nu een studie naar 12.116 verpleegkundigen. Ze waren in 1993 gemiddeld 51 jaar (tussen de 45 en 64). Ze vulden een vragenlijst in naar hun gezondheid en levensstijl. En ook over hun werkzaamheden en daarmee gepaard gaande werkomstandigheden. Hierbij kondern ze oa hun niveau van wer-druk-stress aangeven. Keuzes waren “too low; suitable; a little too high’ of much too high”.
Ze werden gedurende maar liefst 15 jaar gevolgd.
.
Gedurende die periode was er bij 580 vepleegkundigen sprake van een ischaemische hartaandoening. Hierbij bij 369 angina pectoris, bij 138 een hartinfarct en bij 73 iets anders aan het hart.
De verplegkundigen die hun werkdruk als "much too high" hadden gescoord, bleken een 1,4 maal zo hoog risico op een ischaemische hartziekte te hebben. Als werd gekeken naar de leeftijd, was opmerkelijk dat deze associatie alleen significant was bij de verpleegkundigen die bij aanvang vd studie jonger dan 51 waren. Het hoge risico bleef bestaan, ook als werd gecorrigeerd voor bijvoorbeeld andere cardiovasculaire risicofactoren als roken en overgewicht. Ook als werd gecorrigeerd naar diensten die werden gedraaid of fysieke inspanning tijdens het werk (
Occup Environ Med. ‘10;67:318-22).
.
Notabene, het gaat hier echt om de psychische beleving overbelast te zijn. Of het werk daadwerkelijk zo belastend was, is niet aan de orde. Dat werkstress invloed op het hart heeft, daar hadden we het vaker over. Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat mensen in de 10 jaar na hun eerste hartinfarct bij het ervaren van een
chronisch hoge werkdruk, een 2 maal zo hoge kans op een tweede hartinfarct hebben (zie hier).
.
Wat zal eraan ten grondslag liggen? Het bleek ook al eerder dat mensen met meer stress ook heviger allergische reacties kunnen hebben (zie hier in CC). Daarbij denk je aan een mogelijke rol voor histamine. Of de Hypothalamus-Hypofyse-Bijnier-as (HPA-as).
.
Dat laatste kan je koppelen aan de berichten over de acute stressstoornis, zoals je eerder hier in CC las.
.
Zowel bij acute stress als bij de PTSS speelt de HPA-as een rol. De (werk)stress kan leiden tot een verhoogde activiteit van noradrenerge zenuwcellen. Hierdoor komt CRH uit de hypothalamus vrij, vervolgens ACTH uit de hypofyse. Dat stimuleert het vrijkomen van cortisol uit de bijnieren. Een verhoogde concentratie cortisol is het gevolg. Dat zet het lichaam fysiek en emotioneel in opperste staat van paraatheid. Maar als dat te lang blijft duren (bij chronisch ervaren stress), doet dat een aanslag op het lichaam. Daarbij komen er dan ook vaak veel auto-immuunstoffen vrij (cytokines etc – zie bijvoorbeeld 'ouder, alleen & depressief' of Alzheimer & TNF). Wat eveneens een aanslag doet op het cardiovasculaire systeem. Ook je relatie (of geen relatie) kan een invloed op je hart hebben - zie hier.
.
Hoe gaan we
zorgen dat we als medische stand stresslozer gaan werken en leven? Wordt het ons überhaupt gegund? Bezuinigingen alom. Confabula zal meer ZEN tips in CC gaan bieden. Onze gezondheid gaat haar … aan het hart.
.
Tips?
.
Juni '10