ANTIPSYCHOTICA & OUDEREN & …. PNEUMONIE!
Interessant bericht, wat weer in gaat op verwevenheid van psychiatrie en somatiek.
.
NL onderzoek: van het Erasmus Medisch Centrum. Het draaide om 258 patienten van 65 jaar en ouder met een pneumonie. Ze werden vergeleken met 1686 gezonde controles, zonder pneumonie. De 258 studie-patienten hadden voorts tussen 1996 en 2006 voor het eerst antipsychotische medicatie gekregen. Dit om verschillende redenen, variërend van dementie en/of gedragsproblemen tot psychosen.
Vergeleken met gebruik in het verleden, bleek het huidige gebruik van antipsychotica geassocieerd met een hoger risico op het ontwikkelen van een pneumonie. En hoe hoger de dosering, hoe hoger het risico. Dit gold voor zowel de klassieke als de atypische antipsychotica. Het risico op het ontwikkelen van een pneumonie was het hoogst in de 1e week van aanvang van het gebruik van het antispychoticum.
.
Vergeleken met gebruik in het verleden, bleek het huidige gebruik van antipsychotica geassocieerd met een hoger risico op het ontwikkelen van een pneumonie. En hoe hoger de dosering, hoe hoger het risico. Dit gold voor zowel de klassieke als de atypische antipsychotica. Het risico op het ontwikkelen van een pneumonie was het hoogst in de 1e week van aanvang van het gebruik van het antispychoticum.
.
Bij 65 van de patienten (25%) was sprake van een ‘fatale pneumonie’. Dat wil zeggen dat de patient binnen 30 dagen na ontstaan ervan aan de gevolgen is overleden.Het risico op een fatale pneumonie was significant hoger bij de atypische antipsychotica.
.
.
Voorts bleek dat er een hoger risico was bij gebruik van atypische antispyschotica en phenothiazines. Onder ‘atypische antipsychotica’ verstaan we de de ‘moderne’ antipsyhotica, als risperidon, quetiapine, olanzapine etc. Phenothiazides zijn veel ouder, een voorbeeld is perfenazine. Maar de phenothiazides worden minder gebruikt. Bij ons studentenonderwijs worden ze ook niet behandeld.
.
De minder risicovolle groep was die van de butyrophenonen. Een van de bekenste van dat soort is haloperidol. Een nadelige bijwerking van haloperidol kan parkinsonisme zijn. Je kunt je voorstellen dat iemand die parkinsonistische bijwerkingen heeft, ook minder goed slikt. En dat dat kan maken dat hij zich verslikt, en dat er vocht/voedsel in de longen komt. Met grote kans op een ‘aspiratiepneumonie’. Maar desalniettemin bleek haloperidol niet een hoger risico te geven, maar waren het de modernere middelen! (Ann Intern Med. 10;152:418-25).
.
Why? De onderzoekers denken zelf dat het misschien komt omdat atypische antipsychotica een antihistaminerge bijwerking hebben. Dit houdt in dat ze de histamine receptor blokkeren. Histamine is een neurotransmitter die een stimulerende werking heeft. Als je de receptor van histamine blokkeert, heeft dat een sederende (versuffende) werking. En ook sedatie kan maken dat je minder alert slikt. Juist die antipsychotica met de hoogste affinieit voor de H1-histamine receptor, bleken het hoogste risico op penumonie te geven.
.
In dat kader zou het anticholinerge vd atypische wellicht ook een rol kunnen spelen, me dunkt!
.
Het is een observationele, retrospectieve studie. Er kan sprake zijn van een selectie- en informatie-bias. We weten weinig vd patienten die de antipsychotica kregen. Niet over hun ‘gedrag’ door de dag heen, en ook niet over co-varianten, als ernst van ziekte. Ook niet of ze uberhaupt de voorgeschreven medicatie gebruikten. Ook zijn het allemaal patienten die vanuit de thuissitautie werden opgenomen, en niet om mensen in verpleeghuizen etc.
.
Maar de bevinding is niet nieuw voor ons. Eerder hadden we het er al over toen nav een onderzoek in een groep van 22.944 ouderen die (ooit) antipsychotica voorgeschreven kreeg. Hieruit kwam naar voren dat actueel gebruik van antipsychotica geassocieerd was met een 60% vergroot risico op een longontsteking. Dit risico was het hoogst in de eerste week na het starten van het antipsychoticum. Er was geen relatie met het al dan niet aanwezig zijn van een delirium. Toen hadden we het erover dat mogelijk het moeilijk slikken, als extrapyramidale bijwerkingen van antipsychotica een rol zou kunnen spelen.
Maar de bevinding is niet nieuw voor ons. Eerder hadden we het er al over toen nav een onderzoek in een groep van 22.944 ouderen die (ooit) antipsychotica voorgeschreven kreeg. Hieruit kwam naar voren dat actueel gebruik van antipsychotica geassocieerd was met een 60% vergroot risico op een longontsteking. Dit risico was het hoogst in de eerste week na het starten van het antipsychoticum. Er was geen relatie met het al dan niet aanwezig zijn van een delirium. Toen hadden we het erover dat mogelijk het moeilijk slikken, als extrapyramidale bijwerkingen van antipsychotica een rol zou kunnen spelen.
.
Het is een opmerkelijke observatie, hoewel er geheel geen definitieve conclusies uit kunnen worden getrokken.
.
Twee wel - uiteraard: voorzichtig aan met antipsychotica gebruik, en zeker bij ouderen. Ook omdat ze regelmatig op onduidelijke indicatie worden voorgeschreven. En als een oudere hoest, benauwd is of temperatuurverhoging heeft, ben je (hopelijk) al waakzaam. Maar extra waakzaamheid richting de antipsychotica gebruikende oudere lijkt van meerwaarde. Bij twijel X-thorax! - en urinesediment, maar dat terzijde.
.
Altijd is het devies: start low en go slow.
.
Eerder hier in CC bijv:
.
Eerder hier in CC bijv:
.
Juni '10
Geen opmerkingen:
Een reactie posten