OP NAAR DE BOERDERIJ
'Animal Assisted Therapy' (AAT) wordt steeds vaker beschreven als een zeer effectieve additionele therapie bij patiënten. En niet alleen bij patiënten met een psychiatrische aandoening. Ook bijvoorbeeld bij zieke kinderen. Er is vooral documentatie over het postieve effect van katten (bijv katten bij patiënten met schizofrenie - (hier bijv een PDF in het TVP)... ik zit een beetje met die toxoplasmose, maar dat terzijde) en honden. Over het groter gebeuren, de boerderijdieren, zijn nauwelijks studies. Deze recente is interessant. 59 vrouwen en 31 mannen met een psychiatrische aandoening warden onderzocht. Het ging om patiënten met schizofrenie (38%), met stemmingsstoornissen (25%) met angst, en ook met persoonlijkheidsproblematiek. Zestig van hen kreeg gedurende 12 weken AAT op de boerderij. Er waren 15 boerderijen betrokken. DE boeren hadden verder geen ervaring met psychiatrische patiënten, maar natuurlijk wel met het boerenleven. Ze hielden koeien, schapen, paarden etc. De patiënten gingen 2 keer per week op de boerderij werken. De overige 30 patiënten vormden de controlegroep. De patiënten werden tot 6 maanden na de AAT gevolgd. In de eerste periode na de AAT was er eigenlijk geen verschil tussen de AAT groep en de controles. Maar na 6 maanden gaf de AAT groep aan dat ze de afgelopen periode had ervaren dat ze de diverse nieuwe of moeilijke situaties waar ze in hun leven tegenaan liepen, beter aan konden dan vroeger. Ze konden zichzelf beter verzorgen. Ook bleken ze significant betere coping strategieën (=wijze waarop ze met problemen omgaan) te hebben dan voorheen. De grootste verbetering was opgetreden bij de patiënten met stemmingsstoornissen. Bij hen was ook sprake van een significant verbeterde kwaliteit van leven. Bij de controles was dit alles niet verbeterd (Clin Pract Epid Ment Health '08; 4:9).
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten