EENZAAMHEID EN GENEN

Het is bekend dat iemands sociale situatie invloed heeft (in positieve en/of negatieve zin) op diens welbevinden. Mensen die sociaal geïsoleerd zijn, zijn kwetsbaarder voor psychiatrische en lichamelijke ziekten. Uit recent genetisch onderzoek, komt naar voren dat mensen die zich eenzaam voelen een andere gen-transcriptie activiteit hebben, dan mensen die zich niet eenzaam voelen. Ze onderzochten de genexpressies in leucocyten bij mensen die zich eenzaam voelden en mensen die zich niet eenzaam voelden. Ze vonden 209 verschillende genetische transcripties. In de eenzame groep waren er 78 overmatig actief (up-regulatie) en 131 minder actief. De gengebieden waar sprake was van up-regulatie, betroffen oa gebieden betrokken bij activatie van het immuunsysteem en ontstekingsreacties (tegen het eigen lichaam). De onderdrukte transcripties betroffen bijv gebieden voor antivirale (B-lymfocyten) reacties (antilichaamvorming), en de (anti-ontstekings) type I interferon reactie & glucocorticoid respons. De veranderingen bleken onafhankelijk van andere factoren zoals lichamelijke gezondheid, leeftijd, gewicht, medicatie etc. Opmerkelijk is dat het dus gaat om mensen die zichzelf subjectief als eenzaam ervaren. De veranderingen waren onafhankelijk van het daadwerkelijke sociale netwerk: de andere groep had objectief ook een minimaal sociaal netwerk, maar ervoer zichzelf niet als eenzaam. Deze studie geeft dus aanwijzingen dat er bij eenzaamheid een genetische basis is voor een een verlaagde afweer tegen virussen en bacteriën en een verhoogd risico op (autoimmuun-)ontstekingsziekten. Dit is de eerste keer dat een invloed van eenzaamheid op gen-expressie is aangetoond. Het gaat om slechts 14 mensen, maar dit is een interessant gegeven dat een verklaring kan vormen voor de verhoogde gezondheidsrisico's van eenzaamheid. Wellicht dat wij in de toekomst met de MASHBANK hier nadere details over krijgen. (Cole et al. Gen Biol ’07;8).

16 Sept '07

Geen opmerkingen: