DWANGMATIGE MUISJES

De obsessief compulsieve stoornis (OCD): (irrationele) dwangmatige gedachten, die angstgevoelens opwekken en daaraan gekoppelde dwangmatige handelingen, die de angst moeten ‘neutraliseren'. OCD wordt behandeld met cognitieve gedragtherapie en antidepressiva, maar de aandoening is veelal chronisch en recidiverend. In juli schreef ik over deep brain stimulation als behandeloptie.
Nu is er een muisjessoort dat zich geobsedeerd wast en daarbij tekenen van angst vertoont. Het schrobben is zo intensief dat de muisjes hun haartjes erdoor verliezen en zelfs hun huidje beschadigen. Dit lijkt op 'wasdwang'. Deze muisjes hebben een genetisch defect. Het gaat om een defect in het gen coderend voor SAPAP3. Uiteraard moeten verdere conclusies rond het gendefect met enige voorzichtigheid worden bekeken: psychiatrische stoornissen hebben iha een heterogene oorzaak. Mogelijk spelen bij mensen meerdere genen een rol en bovendien ontwikkelings- en omgevingsfactoren. Desalniettemin een zeer interessant model. SAPAP3 is een eiwit dat wordt gevonden in glutamaat-gevoelige synapsen, welke veel voorkomen in het striatum. Dit steunt de opvatting dat OCD ontstaat door afwijkingen in de neuronale circuits tussen de (pre)frontale cortex, het striatum en de thalamus. De neuronen van het striatum ontvangen glutamaat-gemedieerde informatie van de cortex. Het betreft informatie over de context waarin gedrag plaats vindt. Als er iets belangrijks gebeurt, worden circuits van de thalamus naar de (pre)frontale cortex geprikkeld. Zo ontstaan herinneringen die later het gedrag weer kunnen beïnvloeden. Afwijkingen binnen de (pre)frontale-striatale-thalamus baan kunnen leiden gedragingen en gedachten, die niet door negatieve herinneringen (dat de huid kapot gaat bijv) tegengehouden worden. Dit zie je bij de muisjes ook: ondanks de herinnering/wetenschap dat het schrobben hun huidje stuk maakt, blijven ze schrobben. De dwanghandelingen bleken te verdwijnen door locale expressie van SAPAP3 in het striatum. Net als bij patiënten met OCD, bleek bij deze muisjes een SSRI een reducerend effect op het dwangschrobben en de angst te hebben. Ook dit is interessant: het zou kunnen betekenen dat het effect van een SSRI niet direct wordt veroorzaakt door de verhoogde serotoninespiegel, maar indirect: via een stimulerend effect van serotonine op glutamaat in het striatum (Welch et al, Nature ’07;448, 894-900).

6 Sept '07

Geen opmerkingen: