JELGERSMA - SOCIALE ANGST in ADOLESCENTIE

Op DINSDAG 11 november '08 is er weer een Jelgersmalezing. Deze keer zal Prof.dr. P.M. Westenberg van de afdeling psychologie vd Faculteit Sociale Wetenschappen spreken. Angst & Adolesecntie. Je hebt er zelf mee te maken gehad: opgroeien, puberen, onzeker zijn over jezelf. Het hoort erbij. De vraag is of adolescenten ook frequenter angstig zijn. En met name angstig over sociale sitauties. Situaties waarin ze contacten met anderen hebben en zich dus als het ware beoordeeld kunnen voelen. Hierbij is er een discussie tussen twee psychologengroepen. Ontwikkelingspsychologen menen dat sociale angst toeneemt gedurende de adolescentie. Klinisch psychologen vinden van niet. Welke groep heeft gelijk? Daaromheen zal prof Westenbergs referaat draaien: "Neemt sociale angst toe in de adolescentie?". Daarnaast blijkt statistisch dat de sociale angststoornis (dus echt de psychiatrische diagnose) toeneemt in de adolescentie. De vraag is of dit te relateren is aan de al dan niet toenemende 'nog bij de ontwikkeling horende, dus 'gezonde' sociale angst. Interessante vraagstelling. Je bent welkom van 16.15-17.30 uur in collegezaal 1, locatie K1-S, LUMC.

Een site voor angstige kinderen: 'De bibbers'

Eerder over pubers: 'Onrijpe pubers'

.
5 Nov '08

MILKSHAKES & SATISFACTION

Overgewicht. Echt een groot problem, waar we het al vaker over hadden. Overgewicht is uiteraard niet gezond. Maar het kan mensen ook psychisch kwetsbaar maken. Meisjes met overgewicht voelen zich onzekerder (zie bijv 'overgewicht'). En andersom, onzekere meisjes hebben meer risico op overgewicht ( zie 'overgewicht & ladder'). Vicieuze cirkels dus. Daar komt vaak nog wat bij. Je hoort het mensen frequent zeggen: "mijn moeder is fors, mijn zussen ook – en ik ook". Of juist andersom: de halve familie met overgewicht en 1 persoon juist slank. Zonder dat die persoon nou zo bewust op de lijn let. Waarom eet de een door en stopt de ander tijdig? Dat heeft met het kunnen trekken van een grens te maken - met verslavingen dus.

Afgelopen periode hadden we het al vaker over verslavingen. Waarbij je kunt denken aan verslaving aan drugs - zie bijv 'hongersnood & verslaving', of 'Cocaine'. Ook weed (zie 'weed' of 'stop ... ') kwam veel aan bod. En tabak (zie bijv 'roken & depressie' ). En alcohol. Maar ook bleek de invloed van voedingsmiddelen. Vorige week nog, over chocola. En wel vaker (zie part IV)! Maar ook andere middelen als koffie. Of dropjes, of chocolade, waar we het vorige week nog over hadden. Maar ook om voedsel in brede zin!
Er wordt derhalve veel onderzoek naar over-eten en overgewicht gedaan. Vanuit diverse invalshoeken. Het hormoon leptine kwam in beeld. Een hormoon dat een lichamelijk gevoel van verzadiging oproept. Mensen die geneigd zijn dóór te eten, zouden een tekort aan dit hormoon hebben. Maar uiteraard komt ook het brein toenemend in beeld. Want mensen kunnen lichameliijk wel degelijk allang ervaren 'vol' te zitten. Maar psychisch nog niet een verzadigd/tevreden/beloond gevoel hebben. En dan eten ze toch door.

43 gezonde vrouwelijke studenten warden onderzocht. Er werd oa een fMRI scan gemaakt van hun brein terwijl ze een chocolademilkshake of glas water dronken . In een 2e studie onderzochten ze vervolgens 33 adolescente meisjes, bij 27 van hen deden ze ook genetisch onderzoek.
Duidelijk werd dat tijdens het innnemen van de shake de hoeveelheid dopamine in het brein toenam, en in het bijzonder in het dorsale striatum. Op zich was daar al eerder onderzoek naar gedaan. Daaruit kwam bijvoorbeeld naar voren dat het plezier van wat je beleeft aan het eten van iets lekkers, correleert met de hoeveelheid dopamine die vrij komt (
2, 3). Het dorsale striatum reageert op het innemen van heel veel chocola (tot de proefpersoon niet meer kan, zeg maar), dat is ook aangetoond (4). Een belangrijke neurotransmitter in het striatum is dopamine. Je weet hoe het werkt: dopamine komt vrij in de synaps, het gebied tussen twee hersenzenuwen. En dan gaat het dopamine van de ene zenuwcel naar de ander. De ontvangende zenuwcel heeft receptoren (onvangers) voor dopamine op zijn oppervlak. Als er voldoende receptoren met dopamine bezet raken, onstaat er een elektrisch signaal in de zenuwcel, met alle gevolgen vandien. Het gevolg in het striatum zou moeten zijn dat de eter een gevoel van bevrediging/beloning krijgt. En zich dus tevreden voelt en stopt met eten.
.
Er was nu een groep die minder bevrediging ervoer. En deze groep bleek minder dopaminereceptoren in het striatum te hebben. Ze zijn dus geneigd te over-eten om een adequaat 'verzadigingssignaal' op te roepen. Dat blijkt: toen de groep een jaar later weer werd onderzocht, bleken die meisjes met minder dopaminereceptoren ook meer in gewicht aangekomen te zijn.
Tenslotte werd bij 27 meisjes parallel gekeken naar het genetisch profiel. Nu bleek dat er een verband was tussen een variant in het zogenaamde Taq1-gen, de afgenomen hoeveelheid striatale dopamine receptoren en het risico op overgewicht in de toekomst. Dit gen zou dus een voorspellende waarde zou kunnen hebben bij het bekijken van erfelijke kwetsbaarheid voor overgewicht (Science ‘'08;322:449-52).
En waarschijnlijk ook wel, kunnen we denken, voor verslavingen in nog bredere zin, kijk maar naar '
taste for sweetness', waaruit naar voren kwam dat familieleden van mensen die verslaafd zijn aan tabak weliswaar zelf niet roken, maar wel behoefte hebben aan zoetigheid.
Nog 1 ding: waarom geen aardbeien milkshake? Van chocola weten we van alles. En er zal in die shake wel geen isoflavon (zie
chocoholic update) te bekenen zijn, maar toch… Vorige week zagen we nog de impact van het in de hand hebben van een reep alleen al. En we weten de prikkelende werking die ook chocoladegeur en chocoladeplaatjes al hebben. Dus, een andere shake ook eens proberen?

Over de nucleus accumbens: 'Excercise'
Check ook de recentste chocolate update van Dr Shock!
.
3 Nov '08