We hebben het hier al vaker gehad over dwangstoornissen, oftewel de obsessief-compulsieve stoornis (OCD). Hierbij hebben mensen last van steeds terugkerende (dwangmatige) gedachten. Vaak zijn het zeer beangstigende gedachten, bijvoorbeeld dat er geliefden iets afschuwelijks kan/zal overkomen of dat er een ramp of ziekte dreigt. Dergelijke gedachten wekken angst en onrust op. De patiënt wil uiteraard proberen die gedachten te stoppen. Dit wordt vaak gedaan door het uitvoeren van dwanghandelingen, zoals handen wassen, ordenen, of andere gedachten of rituelen. De dwanggedachten en -handelingen beperken veelal het functioneren en nemen veel tijd in beslag. Patienten kunnen er erorm onder lijden. Gedacht wordt dat de basis van de OCD ligt in het corticostriato-thalamo-corticale systeem. Hierover las je al eerder toen we het hadden over dwangmatige muisjes. Daarnaast is er uit recent functioneel MRI onderzoek naar voren gekomen dat patiënten met OCD een significante onder-activatie hebben van met name de laterale orbitofrontale en prefrontale cortex. Hierover (ook over de testen) kan je lezen bij ‘OCD & fMRI’.
Wat betreft de behandeling van OCD is er evidentie voor de werkzaamheid van zowel antidepressiva als cognitieve gedragstherapie. Echter, er blijft een groep patiënten bij wie de reguliere behandelingen geen effect sorteren. En bij wie de enorme lijdensdruk blijft. Er wordt dan ook veel onderzoek naar behandelmogelijkheden gedaan. De recentste ontwikkelingen richten zich oa op deep brain stimulation (DBS). Over DBS hebben we het vaker gehad. Bijvoorbeeld over het effect van DBS bij depressies en over het resultaat bij een patiënt in een subcomateuze toestand. En over een casus waarbij een patiënt herbelevingen kreeg. Vorig jaar las je hier over resultaten uit het AMC (zie ‘OCD en deep brain stimulation'.). Hierbij werden electrodes geïmplanteerd in de linker en rechter nuclues accumbens. Dit met goed effect. Maar de resultaten zijn nog pril. Nu is er weer nieuw resultaat.
Zeventien patiënten met OCD zijn geopereerd. Bij allen werd een electrode aangebracht in de nucleus subthalamicus (NST). De NST vormt een deel van de basale ganglia . Een ander gebied weer dan de nucleus accumbens - waar het AMC de stimulatie-elektrode plaatste. De nucleus accumbens wordt beschouwd als onderdeel van de cortico-striato-thalamo-corticale baan. De nucleus subthalamicus krijgt informatie via het limbisch systeem en via de cortico-striato-thalamo-corticale baan. Kortom de baan die (zie de ‘dwangmatige muisjes’) een rol speelt bij OCD. Maar goed, elektrodes dus primair in verschillende gebieden - die wel verbinding hebben.
Het inbrengen van de elektrodes is uiteraard een behoorlijke ingreep. Hij ging dan ook gepaard met bijwerkingen. De onderzoekers melden diverse bijwerkingen, waarvan de ernstigste een hersenbloeding was. Deze had tot gevolg dat de betrokken patiënt daarna een vinger niet meer kon bewegen. Ook kregen er 2 patiënten een infectie. De andere bijwerkingen variëren van tijdelijke bewegings- of psychiatrische klachten, tot hoofdpijn. Deze klachten verdwenen, maar het geeft allemaal wel aan dat er zeker niet licht over deze ingreep moet worden gedacht. Vervolgens werd de groep in tweeën verdeeld. Bij de ene groep werd de NST via de elektrode gedurende 3 maanden gepikkeld. Daarna 3 maanden niets (placebo dus). Bij de andere groep werd de 1e drie maanden niets gedaan en de 2e drie maanden werd geprikkeld. Steeds werd met behulp van de Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale (Y-BOCS), gekeken hoe het met de dwanggedachten en –handelingen was. In de periode van actief prikkelen bleken de obsessief-compulsieve symptomen significant verminderd te zijn. Depressieve of angstklachten verbeterden overigens niet (N Engl J Med. '08;359:2121-34). Interessant. Ik vroeg me af of er, gezien de verschillende stimulatieplekken, op symptoomniveau een verschil zal zijn geweest tussen de klachten die verdwenen bij deze studiegroep en die van het AMC. Daarnaar zal zeker in de toekomst gekeken worden. En over toekomst gesproken, omdat de studie relatief maar kort liep en de onderzoeksgroep klein is, mogen überhaupt nog geen definitieve conclusies over de werkzaamheid worden gesteld. Daar komt bij dat er dus ook ernstige bijwerkingen zijn gemeld. Enerzijds hoopvolle ontwikkelingen, maar anderzijds met zeer veel terughoudendheid. .
.
2 Dec '08
Geen opmerkingen:
Een reactie posten