HONGERSNOOD & VERSLAVING

Uit eerder onderzoek bleken al associaties tussen hongersnood vóór de geboorte en het ontwikkelen van schizofrenie en stemmingsstoornissen op latere leeftijd. Psychiaters van GGZ Bouman in R'dam hebben nu gekeken naar de relatie tussen het doormaken van de hongerwinter tussen 1944 en 1945 en het ontstaan van verslavingen op latere leeftijd. Ze onderzochten Rotterdammers die geboren zijn in die periode. Er werd ook gekeken naar op welk moment van de zwangerschap de hongerpiek viel. Ze vergeleken 1288 Rotterdammers die behandeld waren of worden vanwege verslavingen met R'dammers die zich eveneens gedurende de hongerwinter in de baarmoeder bevonden, maar niet verslaafd zijn geraakt (N=19.689). Het risico op het ontwikkelen van een verslaving bleek mn bij mannen significant hoger indien de hongerpiek in het eerste trimester vd zwangerschap was gevallen. Honger gedurende het 2e en 3e trimester vd zwangerschap bleek niet van invloed.
Nu heb ik niet zoveel verstand van embryologie. In de eerste maand vd ontwikkeling ontwikkelen zich mn de medulla oblongata, pons, cerebellum en mesencephalon (middenhersenen). Zo’n beetje aan het eind vd 2e maand vd ontwikkeling van het embryo gaat, als ik het goed begrijp, het telencephalon (eindhersenen) zich verder ontwikkelen en uitbreiden tot de eindhemisferen. In de 3e maand wordt het prosencephalon (de toekomstige voorhersenen) groter. Eindhersenen en tussenhersenen worden in die periode van elkaar gescheiden.
Het is dus een cruciale fase. De eindhersenen vormen oa de hersenschors (cortex), gyrus cinguli en het corpus striatum. Juist die orbitofrontale cortex, gyrus cinguli en corpus striatum (nucleus accumbens) spelen een rol bij verslavingen. Steeds meer aanwijzingen dus voor biologische predispositie bij een aantal mensen met verslavingen. In dit geval is deze aanleg mogelijk ontstaan door een invloed van ofwel voedingstekorten, ofwel daarmee gepaard gaande stress (of beide) op de hersenontwikkeling. Dit is echter niet de enige vorm van aanleg die een rol kan spelen. Ook een erfelijke predispositie kan meespelen. Dat las je eerder in 'a taste for sweetness'. Waar ik benieuwd naar ben, is of dergelijke factoren maken dat de verslaving moeilijker onder controle te krijgen is. Mogelijk kunnen de onderzoekers van GGZ Bouman daar verder licht op gaan werpen. Wordt ongetwijfeld vervolgd. (Addiction '08;103:43-38. Je kan het volledige artikel downloaden).

Eerder hier over verslaving, bijv
'A taste 4 sweetness'.


26 Feb '08

Geen opmerkingen: