SPINNENFOBIE

Arachnafobia! De amygdala (onderdeel van het limbisch systeem, gelegen in de temporaal kwab) speelt een belangrijke rol bij het vormen en opslaan van herinneringen aan emotionele gebeurtenissen. Een fobie kenmerkt zich door een aanhoudende angst voor en vermijding van bepaalde situaties of objecten. Een fobie kan worden behandeld middels gedragstherapie. Bij deze vorm van psychotherapie wordt de patiënt stapsgewijs blootgesteld aan het object van zijn angst, waarbij hij leert zich te ontspannen. Hierbij treedt gewenning op, waarbij de angst uitdooft. Frequent krijgt de patiënt middels deze therapie de fobie snel onder controle. De hypothese is dat de amygdala zowel een rol speelt bij het ontstaan van de fobie, als bij het uitdoven van de angstreactie gedurende de therapie. Tot nu toe was dit nog niet in beeld gebracht middels beeldvorming. 20 patiënten met een fobie voor spinnen werden vergeleken met gezonde controles. Er werd een functionele MRI scan gemaakt van hun brein. Gedurende de scan kregen ze plaatjes van spinnen te zien. De scan werd vóór behandeling en 2 weken na therapie (zie voor een voorbeeld dit artikeltje uit de NRC [2000]) gemaakt. Bij de patiënten met een spinnenfobie werd de amygdala vóór de behandeling hyperactief als er plaatjes van spinnen werden getoond. Na afronding van de psychotherapie was deze hyperactiviteit significant afgenomen. Ook was er na de therapie een afname van de activiteit van de gyrus cinguli anterior en de insula. (Goossens et al. Biol Psych ’07;14)

28 Sept '07

Geen opmerkingen: